Telkens opnieuw ontdekt
De krijtformaties waarin de grotten zich bevinden zijn rond de 400 miljoen jaar oud. Ze zijn vernoemd naar de Baturivier, die door het Gombak-district ten noorden van Kuala Lumpur stroomt. Tot aan de officiële ontdekking van de grotten woonden er voornamelijk vleermuizen. Er kwamen echter in de 19de eeuw ook al regelmatig Chinese immigranten, die vleermuizenmest (guano) oogstten voor de bemesting van hun akkers. In de grotten zijn ook sporen aangetroffen van de oorspronkelijke bevolking van Maleisië. Pas aan het begin van de vorige eeuw werden ze populair bij het grote publiek. De grotten hadden vooral op Indiërs een grote aantrekkingskracht. Deze kwamen tijdens de Britse kolonisatie in groten getale naar Maleisië. Zij brachten hun hindoereligie met zich mee en zagen in de grotten een uitstekende plek voor de verering van Murugan, de god van oorlog en overwinning. Sindsdien zijn de Batugrotten voornamelijk aan hem gewijd.
Het kleurrijke Thaipusam festival
Eenmaal per jaar, wanneer honderdduizenden hindoes samenkomen bij de Batugrotten om het Thaipusam-festival bij te wonen, krioelt het hier werkelijk van de pelgrims. Deze uitzonderlijk kleurrijke gelegenheid trekt naast deelnemers ook veel toeschouwers. Het meest opvallend zijn de kavadi’s; ‘lasten’ die door veel van de devote bezoekers de trap op worden gedragen. Als bewijs van toewijding zijn de kavadi’s aan hun lichaam bevestigd met haken die huid, wangen en tong doorboren. In ruil voor deze pijnlijke ervaring hoopt men op de gunst van de god Murugan. Een 43 meter hoog gouden standbeeld van hem kijkt uit over de massa.