Voor luxepaarden: luilekkereiland Langkawi
Langkawi is het archetypische bountyeiland, compleet met azuurblauwe zee, wuivende palmbomen en witte zandstranden. De eilanders verdienen hun brood met visserij, rubberplantages en rijstbouw, maar vooral met toerisme – na Penang is dit het populairste Maleisische eiland. De meeste bezoekers laten het bergachtige binnenland, dik begroeid met tropisch regenwoud vol watervallen, apen en varanen, aan zich voorbijgaan. Zij komen hier om te luieren in een van de super-de-luxe strandresorts. Zo zijn er het 8 villa’s tellende Bon Ton en de Four Seasons, uitgerust met een ’infinity pool’ en een spa.
Voor rugzakkers: ontspannen Perhentian
Twee eilanden voor de prijs van één: voor de oostkust van het Maleisisch schiereiland, net onder Thailand, liggen Perhentian Besar en Perhentian Kecil. De twee eilanden worden omzoomd door de kristalheldere Zuid-Chinese Zee waarin het goed duiken en snorkelen is – vaak zó vanaf het strand. De eerste, ‘Groot Perhentian’, trekt vooral gezinnen, terwijl ‘Klein Perhentian’ populair is bij rugzakkers. De sfeer op de eilandjes is ontspannen, de witte zandstranden zijn prachtig, en de pensions en hotelletjes betaalbaar. Houd er rekening mee dat tijdens de moesson (oktober-maart) hier bijna alles is gesloten.
Voor cultuur- en natuurliefhebbers: Penang
‘De parel van de Oriënt’ wordt het schildpadvormige Penang ook wel genoemd. Dat is niet overdreven: hoofdstad Georgetown staat op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO vanwege de Brits-koloniale architectuur. Er zijn geurige markten en kleurrijke tempels, en er zijn maar weinig plaatsen in Maleisië waar lekkerder wordt gekookt dan hier. De oostkust is volgebouwd, aan de westkust is het stiller. De hele noordwesthoek is voorbehouden aan het nieuwste nationale park met tropisch regenwoud en de grootste boeddhistische tempel van het land. Verder kunt u een kabeltreintje nemen naar Penang Hill of genieten van de prachtige stille strandjes.