Het geboortehuis van Cervantes
Na de bijbel is ‘Don Quichot’ het meest verkochte boek ter wereld. Miguel de Cervantes, de man die het boek begin 17de eeuw in 2 delen schreef en daarmee de dolende ridder en diens dappere dienaar Sancho Panza onsterfelijk maakte, werd geboren in Alcalá de Henares. En dat zullen we weten: het stadsplein is naar hem vernoemd, en op dat Plaza de Cervantes staat een fier standbeeld van hem. Het lokale toeristenbureau verstrekt een wandelroute langs ’s mans doopvont, het hospitaal waar zijn vader werkte als chirurgijn en het karmelietessenklooster van zijn zuster. Maar de grote trekker is het geboortehuis, de plek waar hij in 1547 het levenslicht zag – alleen de fundering is nog origineel, de rest is gereconstrueerd en ingericht met tijdsgetrouw meubilair. Een tentoonstelling toont de levensloop van de schrijver, een winkeltje verkoopt ‘Don Quichot’ in alle denkbare talen. Maar naar Cervantes’ favoriete bibliotheek of bodega is het in Alcalá vergeefs zoeken; hij woonde er slechts de eerste 4 jaar van zijn leven.
De machtigste universiteit ter wereld
Kort maar krachtig, die Cervantes-toer, maar er is nog een troef. Alcalá de Henares staat op de Werelderfgoedlijst dankzij de 15de-eeuwse Universidad Complutense, eens een van ’s werelds belangrijkste universiteiten. Een rondleiding verschaft toegang tot een mooie kapel in mudejarstijl en de praalzaal waar de Spaanse koning jaarlijks op de sterfdag van Cervantes de prestigieuze literaire Cervantesprijs uitreikt. Tussen de renaissancistische gebouwen is het prettig picknicken onder de sinaasappelbomen. Ware Cervantes-fans doen er goed aan Alcalá de Henares te bezoeken rond zijn de dag van zijn doping 9 oktober, als de stad een week lang de ‘Semana Cervantina’ viert met lezingen, theater, concerten, een middeleeuwse markt en een culinair festival. Zie www.semanacervantina.com (Spaans).