Explosie van vrijheid, creativiteit en hedonisme
Vlotjes veranderde Spanje van een bloedige dictatuur in een vreedzame democratie. Vooral de jongeren realiseerden zich wat ze onder Franco allemaal hadden moeten missen: de flower power van de jaren ’60 was aan Spanje voorbijgegaan. Dat moest in rap tempo worden ingehaald. In Madrid ontstond een explosie van vrijheid, creativiteit en hedonisme. Muziek, mode, design, kunst, film en nachtleven: alles ging op de schop. Onder toeziend oog van de progressieve burgemeester Enrique Tierno Galván en onder aanvoering van nachtburgemeester Pedro Almodóvar werden sluitingstijden geliberaliseerd, drugs gelegaliseerd en nieuwe initiatieven gesubsidieerd. Madrid was de plek waar alles kon en alles mocht. Op losgeslagen feesten in geïmproviseerde nachtclubs in Malasaña en Chueca gingen er karrenvrachten alcohol en geestverruimende middelen doorheen. Ook nu nog is het Madrileense nachtleven uitbundig: om 6 uur begint het feest op straat, bars en clubs zijn open tot het ochtendgloren en dan is er altijd nog wel ergens een afterparty. ‘¡Madrid me mata!’, roepen uitgeputte jongeren dan ook – Madrid is moordend.
De koning van de Movida Madrileña
De bekendste exponent van de Movida is filmmaker Pedro Almodóvar. Zijn eerste speelfilms, ‘Pepi, Luci, Bom y otras chicas del montón’ (1980) en ‘Laberinto de pasiones’ (1982), schetsen een hysterisch, flamboyant en zedeloos en daarmee treffend beeld van die roerige periode. Natuurlijk, niet enkel de Movida heeft het aanzien van het moderne Madrid bepaald: koning Filips II maakte er in de 16de eeuw de hoofdstad van, en dat was al een beslissende wending voor de expansie. Maar de Madrileense Beweging van 4 eeuwen later, in de jaren ’70 en ’80, had minstens zo’n grote invloed op het leven in de stad.