Santa Teresa: stadswijk in de jungle
Cariocas uit de hele stad komen op zaterdag hierheen voor een niet te versmaden stoofpotje: feijoada, een smaakexplosie van varkensvlees en zwarte bonen. Anderen nippen aan hun caipirinha, die archetypische Braziliaanse cocktail gemixt van cachaça, limoen, schaafijs en suiker. Restaurant Sobrenatural is befaamd om de verse zeevruchten. De punheta de bacalhau kan u door de bizarre naam (vrij vertaald: de masturberende kabeljauw) wellicht niet bekoren, maar de gegrilde meerval met kokosmelk, banaan, aardappel en paranoten is onvergetelijk. Rio de Janeiro is een stad in de jungle, en nergens wordt dat duidelijker dan in Santa Teresa, waar statige koloniale herenhuizen strijden tegen de oprukkende natuur. Vanuit de boomtoppen klinkt het gekrijs van papegaaien, varens groeien door scheuren in de muren en van de bovenleiding van de tram bungelen de luchtwortels van bromelia’s. In de tuin van het charmante café Cafecito kunt u de natuur bijna horen groeien. Het is alsof de jungle staat te trappelen om de met kinderkopjes geplaveide steegjes terug te veroveren. Net buiten de wijk gebeurt dat ook: Rio is de enige stad ter wereld met een tropisch regenwoud binnen de stadsgrenzen. Hier krijgt het begrip ‘betonnen jungle’ een andere lading.