Zalen vol kunstschatten
Wel 35 zalen vol werken van Picasso, verdeeld over 3 verdiepingen: het is niet zo gek dat Museu Picasso iedere dag van het jaar kan rekenen op een groot aantal bezoekers. Het museum is vooral gericht op werk uit de begintijd van de kunstenaar, de tijd waarin hij ook in Barcelona woonde. De huisvesting van Museu Picasso – 5 aaneengeschakelde koopmanshuizen uit de 13de tot 15de eeuw – is een ware attractie op zich. De permanente collectie is ondergebracht in Palau Aguilar, Palau del Baró de Castellet en Palau Meca, in het Casa Mauri en Palau Finestres vindt u tijdelijke exposities. Picasso droomde van een eigen museum in ‘zijn’ stad. Zijn goede vriend en persoonlijke secretaris Jaume Sabartés maakte dit mogelijk en ontwikkelde samen met de stad Barcelona dit bijzondere museum dat in 1963 voor het eerst zijn deuren opende.
Van Barcelona naar Parijs
Een bezoek aan het museum begint bij een verzameling van Picasso’s eerste olietekeningen en schetsen uit 1893, die het talent van de jonge Picasso al duidelijk laten zien. Vooral Retrato de la Tía Pepa (Portret van tante Pepa) uit 1896 toont een enorme volwassenheid in zijn manier van schilderen – Picasso was op dat moment pas 15 jaar oud! In de volgende zalen treft u werken uit Picasso’s eerste jaren in Parijs, waar hij ook een groot deel van zijn leven doorbracht. Vanaf zaal 8 is de collectie met name gewijd aan Picasso’s Blauwe Periode: tussen 1900 tot 1904 schilderde de kunstenaar melancholische taferelen, voornamelijk uitgevoerd in blauwtinten.
Project Las Meninas
Een van de hoogtepunten van het museum is de serie ‘Las Meninas’ (De hofdames). In 1957 bestudeerde Picasso liefst 5 maanden lang ‘Las Meninas’ van Diego Velazquez, een schilderij uit de 17de eeuw. Het dreef hem ertoe 58 (!) doeken te maken die waren geïnspireerd op dit meesterwerk. Picasso schilderde de compositie of de onderdelen van ‘Las Meninas’ in een kubistische stijl, verplaatste hierbij de figuren en speelde met de kleur. In zijn eigen woorden werkte hij er net zolang aan ‘tot de Meninas van Velazquez verdwijnen en mijn eigen Meninas ontstaan’, zo is te lezen in L’ atelier de Picasso. Het boek werd geschreven door Picasso’s goede vriend Jaume Sabartés Gual en gepubliceerd in 1952, dus er gaat vast enige waarheid schuil achter het citaat.